Woensdag 18 juli

Op de tweede dag hebben we het meest noordelijke gebied van Israël bezocht, namelijk de Golanhoogvlakte. Het was een warme dag want de temperatuur liep op tot 38C. 

De dag begon met de busrit naar Katsrin. In de bus wordt het voor vandaag toepasselijke psalm 42 voorgelezen. Na in Katsrin wat te hebben gedronken rijden we verder naar de burcht Nimrod. We rijden hierbij dicht langs de Syrische grens zodat we de rookpluimen even verderop zagen opstijgen. Na door het gebied van de druzen te hebben gereden komen we aan bij de burcht.

Op één van de torens van Nimrod krijgen we uitgelegd dat het fort zijn naam ontleent aan de arabische legende van Nimrod de jager, die op deze berg zou hebben geleefd. Het fort is gebouwd door de arabieren in 1228 n. chr. en heeft de weg richting Damascus bewaakt. Kruisvaarders hebben het fort nooit kunnen veroveren. 

De rest van de dag bezoeken we twee van de drie bronnen van de Jordaan. Namelijk de bronnen Hermon (in Benias/Caesarea Filippi) en Dan. Eerst bezoeken we de bron Hermon. Op deze plek bezochten we naast de bron zelf ook de grot van Pan en de ruïnes van o.a. de tempel van Augustus en Zeus. Ook zijn er klipdassen gespot, ...sababa! We maken nog een een wandeling langs de Hermon rivier met aan het eind een prachtige waterval. Bij Dan aangekomen maken we eerst een wandeling naar de bron Dan. Vervolgens komen we uit bij de offerplaats met het gouden kalf. Deze offerplaats is in 930BC door koning Jerobeam gebouwd omdat hij niet wilde dat zijn mensen in het tienstammenrijk hun offers brachten in Jeruzalem (tweestammenrijk). Op deze plek van afgoderij zingen we "Looft de Here, alle volken" en "U zij de glorie". Aan het eind wandelen we door de ruïnes van Tel Dan waar nog werd besloten een "3000 jaar later" foto te maken (fantastische schaap-imitatie René!). Tot slot was de busreis terug naar het hotel in Tiberias.